ik ben hangende
als een hammock die haar kronkels aan elkaar knoopt
tussen twee ogen schommel ik rusteloos verder
om de amok in haar brein te bedaren
ik ben hangende
als een wolk die maar niet weg wil voor haar zon
zo’n dwarsligger op een koude dag
die zich niet zomaar laat wegblazen
ik ben hangende
als een pas gewassen trui op haar waslijn
ik wacht geduldig af wanneer ze mij zal strijken
zodat ik keurig klaarlig in haar kast
ik ben hangende
als een witregel onder een alinea
ik ben een bewuste keuze
heb een reden van bestaan
ik ben hangende
als een liggend streepje dat woorden verbindt
zo wil ik me bij haar aansluiten
tenzij ze ons liever aaneenschrijft