Het lopen sloopt een liter zweet van mij. M’n hart rept zich naar buiten zo gejaagd, geplaagd door pompend heen-en-weer vertraagt het niet. Verzwikking hoort er eenmaal bij. Dat lopen struikelt over mijn gemoed. Ik straal van stijfheid, pleeg een kilomeet met voorbedachten rade. Maar ik weet dat pijn verzacht als ‘t razend in mijMeer lezen over “Sonnet”