Ergens in de buurt kraait een haan.
Elke dag. Als het licht wordt en weer donker.
En daartussenin. Ik weet niet waar hij verstopt zit.
Hij schreeuwt me soms wakker. En vergezelt me bij het schrijven.
Hij verbaast de kerkklokken met zijn grote klep. Ik hoor hem bij het opmaken van mijn bed. Bij het ophangen van de was. Veraf kan hij niet zijn.
Een jaar of zes ken ik hem nu.
Het is bijzonder dat hij nog steeds geluid maakt.
Dat de buurman er nog niet over geklaagd heeft.
Dat de straat nog geen actie ondernomen heeft om hem het zwijgen op te leggen.
Dat er nog steeds niet gestaakt werd.
Ik vind het best. We willen toch allemaal dat er een haan naar ons kraait?
De dag waarop hij niet meer klinkt zal me bijblijven.
Een vriend hoor je graag af en toe. Als het licht wordt en weer donker.
Ergens in de buurt kraait een haan.
Elke dag. En daartussenin.
Mooi weergegeven. Ja die haan, ik zwijg maar erover.