of de zomer zingt
in herfst of bij wind
zacht neuriet als er
vlokken vallen op het veld
of de bloem nog geurt als
sneeuw haar blad besmeurt
lief vraagt of zij er ook
in ’t donker wezen mag
of ze warm door winters walst
op tippen of kapotte sok
en als een pasgeboren vuur
haar tessituur aanblaast
wacht september af
dan weet je of het knikken
toch weer schudden wordt
of de poort zich onherroepelijk
rond de harten sluit
kan er in een volle klas
echt niemand meer bij
vraagt ze terwijl de zon
haar boek danig dichtslaat
Zo mooi geschreven.