onverwacht sla ik
mijn vleugels sierlijk uit
dan scheer ik langs jouw
oppervlak en raak het dons
van pasgeboren drift
met strakke blik kijk ik
hoe jij dobberend lonkt
hoe de kring in ‘t water
om ter gulzigst pronkt
als reiger zie ik jou
vanuit de verte graag dichtbij
dan rijg ik ons en wij
tot prikkelende zin
een rode draad
blijft altijd bij