soms danst een lijf met open dak
dan kronkelt het haar bochten vrij
en racet het recht door volle zee
een sluipweg van zich af
zelfs in weer en winter
demarreert het dankbaar voort
dan splijten vingers de wind in twee
en wordt haar lied gehoord
en als dat lijf dan ongeremd
een berg op manoeuvreert
laat het zich gretig bollen
zodra het op de rand balanceert